‘Groots, integraal en ontzettend belangrijk’: Martijn heeft onmiddellijk deze woorden paraat wanneer hem wordt gevraagd naar de aantrekkingskracht van het vak van waterveiligheid. Waarom hij dat vak bij WSP uitoefent, en welke rol digitalisering daarin speelt, legt hij in dit interview uit.

Hoe Martijn Kriebel digitalisering inzet voor waterveiligheid
Tijdens zijn bachelor- en master-studies waaide Martijn uit naar Noorwegen, Finland en de Verenigde Staten om zich daar op interessante waterveiligheidskwesties te richten. Maar zijn vaste plek vond hij in 2019, als adviseur waterveiligheid bij WSP. Gewoon, in waterrijk Nederland. Hij houdt zich sindsdien bezig met dijkversterkingen, waarin hij zich vooral richt op erosie van grasbekledingen en de hydraulische randvoorwaarden die moeten worden gebruikt voor de beoordeling en het ontwerp van de dijk.

Vraag je Martijn om meer uitleg nadat hij ‘groots, integraal en ontzettend belangrijk’ als steekwoorden gebruikt om de aantrekkingskracht van zijn vak te omschrijven, dan gaat hij er even goed voor zitten terwijl hij in woord en gebaar klotsend water en een grote dijk omschrijft: “Werken met water is ontzettend dynamisch, terwijl een dijk juist statisch is: groot, en sterk. De interactie tussen die twee is fascinerend. Én ontzettend belangrijk. Qua grootsheid denk ik niet alleen aan de dijk, de rivier en het aantal mensen wiens veiligheid je verzorgt, maar ook aan de schaal qua invloeden: als het in Zwitserland regent, voeren wij het af.”

Nadat hij tijdens zijn studie en stages bij diverse bedrijven binnen heeft gekeken, treedt hij in 2019 bij WSP in dienst: “Als werkstudent had ik eerder al kennis gemaakt met het bedrijf en gemerkt dat de weinig hiërarchische en vrije sfeer mij wel past. Er is ruimte om je breed te ontwikkelen, en als je een goed idee hebt krijg je ruimte om er mee aan de slag te gaan. Door die ruimte ben ik ook aan de slag gegaan met digitalisering. Eerst ging ik gewoon zelf bezig met het coderen van repetitief werk, maar nu zijn we bedrijfsbreed aan het ontwikkelen in een gesmeerd proces waarin we niet alleen coderen in sprints, maar ook bezig zijn met adoptie en kwaliteitsslagen.”

Wat automatiseer of digitaliseer je precies?
“Ik richt mij eigenlijk op alles dat te maken heeft met berekenen en ontwerpen aan dijken. Daar zit veel repetitief werk in. Stel je maar eens een dijktraject voor van twintig kilometer lang, waarvoor je honderden stabiliteitsberekeningen uitvoert of bijvoorbeeld de mogelijke invloeden van alle bomen moet doorrekenen nadat je eerst handmatig alle ruimtelijke data hebt ingevoerd. Doe je dat stuk voor stuk, of schrijf je een code waardoor het geautomatiseerd gaat? Ik kies voor dat laatste. Eerder deed ik dat voor mezelf en m’n collega’s, maar tegenwoordig pakken we dit bedrijfsbreed op en proberen we ook applicaties te ontwikkelen die breder inzetbaar zijn.”

Bespaart het alleen tijd, of wordt een ontwerp er ook beter van?
“Dat gaat samen. Omdat het tijd bespaart, wordt het ontwerp ook echt beter. Doordat veel saai, repetitief werk vervalt, houdt de expert tijd over voor nacontrole en checks. De expert kan op deze manier terug naar de essentie van zijn of haar werk. Daarnaast kun je dankzij automatisering veel makkelijker meerdere scenario’s of oplossingen doorrekenen, of meerdere rekenmethodes toepassen. Dat maakt de oplossingsgerichtheid veel dynamischer, en dat draagt uiteindelijk positief bij aan een beter ontwerp.”

Hoe maken jouw collega’s gebruik van hetgeen dat jij automatiseert?
“Doordat we onder andere applicaties ontwikkelen op het Viktor-platform, zijn we in staat om collega’s zonder kennis van code er op een laagdrempelige manier mee te laten werken. Maar, we verzorgen die adoptie ook al in het voortraject door collega’s te betrekken bij de ontwikkeling: wat zijn hun wensen? Op die manier bouwen we iets dat echt waarde heeft.”

Ben je in deze rol nog wel genoeg bezig met echte waterveiligheid?
“Zeker wel. Ik gebruik ongeveer de helft van m’n tijd voor digitalisering. En voorop gesteld: dat levert indirect natuurlijk ook een bijdrage aan waterveiligheid. Maar de andere helft zit ik nog gewoon in de rol van adviseur waterveiligheid. Dat is voor mij een mooie verdeling; enerzijds het puzzelen met code, en heel abstract bezig zijn, terwijl ik aan de andere kant nog met beide voeten in de praktijk sta.”